Hoogsensitiviteit
Terminologie
Hooggevoelig of hoogsensitief? Hebben wij het dan over hetzelfde of is het anders? Of ligt het in de ‘vertaling’? In principe, aldus Tol (2018), betekent het hetzelfde. In de Nederlandse taal lijkt ‘hooggevoelig’ wat makkelijker in de mond te liggen. Nadelig hierbij is dat deze term enkel refereert aan onderwerpen zoals ‘voelen’ of ‘gevoelens’, terwijl ‘sensitiviteit‘ meer inhoudt dan alleen het ‘voelen.
Wat is hoogsensitiviteit?
De grondlegger van het begrip ‘hoogsensitiviteit’ is de Amerikaanse wetenschapper en klinische psycholoog Elaine N. Aron. Zij heeft onderzocht dat mensen met het persoonlijkheidskenmerken hoogsensitiviteit een buitengewoon gevoelig zenuwstelsel hebben. Deze mensen, door Aron als ‘HSP’ (Highly Sensitive Person) omschreven, nemen prikkels uit de omgeving en uit hun eigen innerlijk gedetailleerder en sterker waar, worden ‘overspoelt’ van een grotere hoeveelheid informatie, die wederom intensiever in hun hersenen worden verwerkt, waardoor ze meer tijd nodig hebben om deze informatie te verwerken. Er is dus geen sprake van een ziekte of stoornis.
Neurologische oorzaken
Als we kijken naar die neurologische oorzaken dan kunnen we die als volgt uitleggen. Tijdens het neurologische prikkelverwerkingsproces worden meer prikkels in het zenuwstelsel opgenomen. Daarnaast worden die prikkels diepgaander verwerkt, waardoor meer hersengebieden actief zijn dan bij ‘normaal gevoelige’ mensen. Deze complexere verwerking verklaart ook waarom hoogsensitieve mensen meer tijd en rust nodig hebben voor de verwerking van de opgenomen informatie.
Hoe kunnen we hoogsensitieve mensen typeren?
Aron (2010) omschrijft hoogsensitiviteit als een ‘totaalpakket’. Daarbij is de kern van hoogsensitiviteit, aldus Tol (2018), ‘veel waarnemen’ en zich daarmee ‘verbinden’: beide meer dan gemiddeld.
Hoogsensitieve mensen zijn in feite ‘hoog alert’: ze richten hun aandacht op alles. Het veel waarnemen uit zich op gevoelsmatige vlakte in een enorm empathisch vermogen. Al hoogsensitieve kinderen zijn uitstekende ‘scanners’: ze lezen de lichaamstaal en non-verbale signalen als een ‘tweede moedertaal’.
Door zich met hun waarneming te verbinden ‘verdiepen’ ze de waarneming ook achteraf. Dat brengt tevens het vermogen intens te genieten, diepgaand contact te ervaren met andere mensen, met de natuur, met het leven in zijn geheel. Zich met de waarneming te verbinden leidt ook ertoe dat waarden zoals rechtvaardigheid een mededogen een grote rol spelen. Tevens is het denken van hoogsensitieve mensen gekenmerkt door een holistische manier: alles hangt samen. Dat brengt hun vermogen tot uiting dat ze uitermate snel de meest complexe situaties kunnen overzien en analyseren wat er te kort schiet en wat nodig is.
Soorten van hoogsensitiviteit
Er is sprake van hoogsensitieve sensatiezoekers (High Sensation Seekers, HSS), die juist actief en nieuwsgierig zijn, en het dilemma ondergaan tussen verveling en overprikkeling te moeten leren maneuvreren. Deze mensen vragen zich vaak af of ze wel überhaupt hoogsensitief zijn gezien er een groot verschil bestaat met de andere stijl van hoogsensitiviteit.
Deze andere stijl kenmerkt zich door een rustig en teruggetrokken leven, waarin verveling niet plaats lijkt te vinden. Het zijn twee verschillende soorten hoogsensitiviteit, waarbij de grote groep hoogsensitieve mensen, aldus Elaine N. Aron (2018), zich meer in het midden hiervan bevindt. En dan zijn er nog introverte of extraverte hoogsensitieve, bezorgde of onbezorgde hoogsensitieve, ochtend of avond mensen, en dan komen er nog speciale vaardigheden op cognitief, muzikaal, artistiek en/of atletisch gebied. Je leest: in totaal een heel uniek plaatje per persoon.
Gave of gebrek?
Als je hoogsensitiviteit benadert dat het een kwaliteit (gave) is dan neem je boven staande kwaliteiten ter kennis. Erbij komen nog eigenschappen zoals creatief denken, snelle ‘schakelende’ denkers, sterke intuïtie (bedachtzaam), hebben een vernieuwingskracht en nemen niet gauw genoegen met een gemiddeld resultaat, authentiek, consciëntieus en loyaal. Hoogsensitiviteit wordt dan ook vaak vanuit de last bekeken: mensen kunnen zich niet afsluiten, zijn vaak moe en te gevoelig.
Hoe meer mensen de kwaliteiten van hoogsensitiviteit weten te benutten, hoe minder klachten zich ontwikkelen. Dat geld natuurlijk ook andersom. De verhouding klachten en kwaliteiten ziet voor een extraverte HSS anders uit dan voor een introverte HS. Waarbij de klachten bepaald worden door het stressniveau.